De toevoerbeweging
Bij het lassen smelt de punt van de elektrode af. De bekleding en de kerndraad smelten. Het lasmetaal valt in druppels in het smeltbad. De elektrode wordt dus korter. Maar de booglengte moet gelijk blijven. De afstand tussen elektrode en werkstuk moet gelijk blijven. Dus moet je de elektrode naar het werkstuk toe bewegen.
Dat heet: de toevoerbeweging. (Een ander woord is: de aanvoerbeweging).
Met de toevoerbeweging breng je de elektrode naar het werkstuk toe.
Zo hou je de booglengte hetzelfde. Zo hou je de vlamboog in stand.
In de praktijk valt dit, zeker in het begin, niet mee. Maar door veel te oefenen lukt het.
.
.