Als je gaat lassen probeer dan altijd te lassen onder de hand. Onder de hand betekent dat je werkstuk op tafel (werkbank) ligt. Als je gaat lassen, met bijvoorbeeld elektroden, dan staat je elektrode verticaal. Deze lasstand wordt positie PA genoemd.
Probeer altijd in positie PA te lassen. De kans op lasfouten is hierbij het kleinst.
Soms lukt het niet om in positie PA te lassen.
Als je een klein werkstuk hebt kun je dit zo draaien dat je toch last in positie PA. Maar als je moet lassen aan een zware constructie of aan een schip is het niet mogelijk om dit zomaar even om te draaien. Dan moet moet je in positie lassen.
In positie lassen betekent anders lassen dan onder de hand. Dus elke andere laspositie dan PA.
Officieel: Lasposities zijn posities waarin de te verbinden materialen zich bevinden tijdens de productie (tijdens het lassen).
De mogelijke lasposities zijn in de afbeelding weergegeven.
PB = staande hoeklas.
PC = horizontaal / verticaal lassen (lassen uit de zij).
PD = hoeklas boven het hoofd.
PE = lassen boven het hoofd.
PF = lassen van beneden naar boven (verticaal opgaand of “stapelen”).
PG = lassen van boven naar beneden (verticaal neergaand lassen).
Om ervoor te zorgen dat het aangeven van lasposities in heel Europa hetzelfde gebeurt zijn hiervoor afspraken gemaakt.
Deze afspraken staan omschreven in de Europese norm ISO6947.