Zagen is een verspanende bewerking. Dat betekent dat je een stuk metaal (of een ander materiaal) doorzaagt. Hierbij komen krulletjes vrij. Deze krulletjes worden spanen genoemd.
Spaantjes vrijgekomen bij machinaal bewerken van staal.
Zagen kun je handmatig doen bijvoorbeeld met een beugelzaag; , maar in de metaaltechniek wordt dit steeds vaker machinaal gedaan.
Machinaal zagen kun je doen met de volgende machines:
- Beugelzaagmachine
- Cirkelzaagmachine
- Bandzaagmachine
De beugelzaagmachine wordt steeds minder toegepast omdat deze een langere bewerkingstijd heeft dan de cirkelzaagmachine en de bandzaagmachine.
Dit komt omdat een beugelzaagmachine een heen en weer gaande beweging heeft. Bij de teruggaande beweging verspaant de machine niet, dus neem je geen materiaal weg. Eigenlijk verloren tijd dus.
Beugelzaagmachine
Cirkelzaagmachine
Een cirkelzaagmachine is een zaagmachine die metaal kan zagen, net als de beugelzaagmachine. Bij de cirkelzaagmachine heb je een constante afname van spaantjes. Je hebt dus geen verlies in tijd, zoals bij de beugelzaagmachine.
Cirkelzaagmachine.
Bandzaagmachine
Met een bandzaagmachine kun je de zelfde bewerking uitvoeren als met de beugel- en cirkelzaagmachine. Bij een bandzaagmachine beweegt een bandzaag om twee wielen. Je beweegt de draaiende bandzaag naar beneden.
Een bandzaagmachine wordt ook wel eens lintzaagmachine genoemd.
Bandzaagmachine.
Instructie werken met de bandzaagmachine.
Voorbeeld zagen met de bandzaagmachine
Koelmiddel
Bij verspanende bewerkingen zoals zagen, boren, frezen en dus ook bij het zagen met de bandzaagmachine komt warmte vrij. Als het werkstuk te heet wordt kun je je er aan verbranden. Maar ook kan het werkstuk, doordat het te heet wordt, beschadigen. Roestvaststaal kan bijvoorbeeld zijn goede eigenschappen verliezen door te grote hitte. Maar niet alleen het werkstuk kan te heet worden ook de zaagband kan oververhitten. Hierdoor kan deze zacht worden en dus niet meer goed kunnen zagen.
Door het gebruik van koelmiddel (“koelmelk”) wordt de warmte afgevoerd en wordt de zaag en werkstuk niet te heet.
Het koelmiddel dat vaak gebruikt wordt is een zgn. emulgeermiddel. Het is een soort olie die vermengd wordt met water tot een witte vloeistof. Deze vloeistof wordt over de zaag en het werkstuk gepompt.
Het koelmiddel voert tevens spaantjes af.
Praktijkopdracht: Zagen met de zaagmachine.
Opdracht:
Je gaat met behulp van een zaagmachine een aantal stukken staal zagen.
Vooraf:
- Vraag eerst aan je docent welk materiaal je moet gaan zagen, hoe lang het moet worden en hoeveel stuks je er moet zagen.
- Bestudeer de veiligheidskaart van de machine. Klik op de afbeelding!
- Vraag instructie over het zagen met de machine.
Gereedschap:
Om te kunnen zagen met een zaagmachine heb je de volgende gereedschappen nodig:
- Rolmaat
- Blokhaak
Veiligheid:
- Controleer of de zaagmachine geen gebreken of beschadigingen heeft.
- Controleer of alle veiligheidsmiddelen in orde zijn (noodstop, beschermkap).
- Zet je veiligheidsbril op.
Aan de slag:
Haal het te zagen materiaal uit het voorraadrek en leg het op de zaagmachine.
Als het te zagen materiaal te zwaar is vraag je hulp.
Voer het materiaal in de machine en leg het tegen de eindaanslag.
Machine afstellen:
Stel de aanslag van de zaagmachine op de juiste maat in en zet de deze vast.
Zet de zaagklem vast.
Plaats het zaagblad (net) boven het metaal.
Start de machine.
Stel de koeling goed af.
Zagen:
Zaag eerst één stuk metaal.
Controleer (met de rolmeter) of het gezaagde stuk metaal de juiste lengte heeft.
Controleer (met de blokhaak) ook of het uiteinde van het gezaagde stuk haaks is.
Als de lengte en haaksheid goed is, zaag je de andere stukken metaal.
Als de lengte niet goed is stel je de aanslag opnieuw af.
Als de haaksheid niet goed is stel je de hoekinstelling van de machine af.
Herhaal het voorgaande.
Als je klaar bent met zagen:
- Zet de machine uit.
- Leg het restmateriaal terug in het rek.
- Maak de machine schoon.
- Ruim de omgeving op.