Een haakse slijpmachine wordt vaak ook haakse slijper of slijptol genoemd. Ook wordt hij soms de naam “flex” gebruikt.
Een haakse slijpmachine is gemakkelijk bij grotere werkstukken die je niet gemakkelijk kunt oppakken. Ook kun je de machine makkelijk gebruiken op locatie.
Met de haakse slijper kun je werkstukken afbramen. Hiervoor gebruik je afbraamslijpschijven. Ook kun je materiaal afkorten; door slijpen. Dit doe je met een doorslijpschijf.
Steeds vaker wordt bij afbramen gebruik gemaakt van zogenaamde lamellenschijven.
Afbramen
Haakse slijpers heb je in verschillende afmetingen.
De grootte van de slijptol wordt bepaald door de diameter (Ds) van de slijpschijf.
- (115 mm)
- 125 mm
- (150 mm)
- 180 mm
- 230 mm
Bij schijfdiameters van 115, 125 (en 150) mm wordt gesproken over een “kleine slijptol”.
Een “grote slijptol” heeft een schijfdiameter van 180 of 230 mm.
Ook wordt onderscheidt gemaakt in de dikte van de schijven.
Doorslijpschijven zijn verkrijgbaar in de diktes 1,0 – 1,6 – 2,0 – 2,5 en 3,0 mm.
Afbraamschijven hebben diktes van 7,0 en 8,0 mm.
Voor speciale toepassingen zijn slijpschijven ook in andere diktes verkrijgbaar.
De dikte wordt aangegeven met de letter d.
In de afbeelding zie je een schematische weergave van een haakse slijper. De beschermkap (3) is in doorsnede getekend.
1 = huis
2 = ondermoer
3 = beschermkap
4 = slijpschijf
5 = vastzetmoer
DS = Diameter slijpschijf
d = dikte slijpschijf
Er bestaan verschillende soorten slijpschijven:
- Afbraamschijven
- Doorslijpschijven (steekschijven)
- Lamellenschijven
Afbramen met een afbraamschijf
Doorslijpen met een doorslijpschijf
Doorslijpschijven
Lamellenschijf
Op een slijpschijf staan coderingen en iconen. De betekenis ervan zie je in de afbeelding.
Slijpen met de haakse slijpmachine is vaak erg handig. Het maakt het werk makkelijker t.o.v. zagen of vijlen.
Maar slijpen met de haakse slijper brengt ook risico’s met zich mee.
.
Veilig werken met de slijptol
Risico’s bij het slijpen met de slijptol.
Bij het slijpen kun je geraakt worden door de slijpvonken en door rondvliegende metaaldeeltjes.
Bij het slijpen kun je geraakt worden door de draaiende slijpschijf.
Ook kun je geraakt worden doordat de slijptol wegslaat. Dit gebeurt bij het starten van de slijptol en als de slijpschijf tijdens het slijpen klem komt te zitten.
Verder kun je tijdens het slijpen gehoorschade oplopen.
Een ander risico is het ontstaan van brand.
Gebruik een slijptol alleen als je instructie gehad hebt in het veilig werken met de slijptol. Ben er zeker van dat je de instructie begrepen hebt.
Vraag bij twijfel een keer extra uitleg.
Waar let je op bij het gebruik van de slijptol?
Voor dat je begint:
Gebruik de juiste slijpschijf voor de toepassing. (Gebruik een doorslijpschijf (steekschijf) bij het doorslijpen. Gebruik een afbraamschijf bij het afbramen. Ga nooit afbramen met een doorslijpschijf!).
Controleer of het toerental van de machine overeen komt met het toerental op de schijf.
Gebruik geen natte slijpschijven. Bij gebruik van een natte slijpschijf kunnen er bij het gebruik stukken afspatten doordat het bindmiddel van de schijf loslaat.
Controleer of er een beschermkap op de machine zit. Controleer ook of deze goed vast zit.
Gebruik voor het vastzetten het juiste gereedschap. Een platte steeksleutel in combinatie met een pensleutel. Sommige slijptollen hebben een blokkeerknop waardoor je alleen een pensleutel hoeft te gebruiken.
Controleer de juiste werking van de dodemansknop. Als je de schakelaar loslaat moet de slijptol stoppen.
Zorg voor een schone werkplek. Verwijder in de directe omgeving alle brandgevaarlijke spullen.
Zorg dat een brandblusser in de directe omgeving aanwezig is. Zorg dat je weet waar de brandblusser staat of hangt.
Tijdens het slijpen:
Gebruik de volgende Persoonlijke Beschermings Middelen (PBM’s).:
- Veiligheidsbril.
- Gehoorbescherming.
Slijp in een slijpcabine met afzuiging of gebruik adembescherming (P2-filter).
Zorg voor veilige positie ten opzichte van de slijptol (instructie).
Houd de slijptol met twee handen vast. Als je deze met één hand vast houdt en hij slaat weg, kun je hem niet meer tegen houden.
Als je klaar bent:
Leg de slijptol pas weg als de schijf stilstaat.
Ruim je werkplek op.
Controleer (de omgeving van ) de werkplek op smeulende materialen als gevolg van het slijpen.